Tijdens werkzaamheden aan een dak moet vallen worden voorkomen. Daarom moeten alle werkzaamheden op een hoogte van 2,5 meter of meer met valbeveiligingsvoorzieningen worden uitgevoerd. Wat dat precies inhoudt? Daar gaat deze blog over.
Maatregelen tot valbeveiliging zijn, zoals gezegd, verplicht bij werkzaamheden die op 2,5 meter of hoger worden uitgevoerd. Indien er risicoverhogende omstandigheden zijn, dienen er maatregelen tot valbeveiliging worden genomen. Maar wie is er verantwoordelijk voor het aanbrengen van voorzieningen en wie kan er aansprakelijk worden gesteld wanneer het misgaat?
Verantwoordelijk val voorzieningen
Doorgaans zijn er drie partijen betrokken bij een opdracht: de gebouweigenaar (bijvoorbeeld de VvE, als opdrachtgever), de werkgever (als opdrachtnemer) en de werknemer. In principe kunnen we stellen dat de werkgever, vanuit de arbeidsomstandighedenwet, de hoofdverantwoordelijke is voor zijn uitvoerend personeel. De gebouweigenaar speelt hierbij ook een rol en hij dient zorg te dragen voor veilige arbeidsplek. Dit kan door het aanbrengen van (tijdelijke) dakrandbeveiliging, het plaatsen van een valbeveiligingssysteem of het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Dak veiligheid
Valgevaar bestaat bij de rand van het dak en bij sparingen in het dak. Er zijn verschillende manieren om valgevaar te voorkomen. De beste beveiliging is een permanente dakrand van minstens één meter hoog. Daarna heeft permanent leuningwerk van minstens één meter hoog de voorkeur.
Indien er permanente leuningen aanwezig zijn, kan bij bepaalde werkzaamheden worden volstaan met individuele voorzieningen, dat wil zeggen dat de medewerker een harnasgordel draagt die verbonden is met een verankeringspunt. Deze persoonlijke valbeveiliging bestaat uit een harnasgordel en een verbindingslijn.